Een onderwerp over ballen, met leuke foto's van ballen en andere weetjes

EK en WK.

Een bal is van leer of kunstleer. De omtrek van de bal moet minstens 68 centimeter zijn en maximaal 71 centimeter. Het gewicht moet tussen de 410 en 450 gram zijn.  Bij een wedstrijdbal zit er een laagje plastic om. Dat zorgt ervoor dat er geen water in de bal kan komen, want dan zou de bal veel te zwaar worden.

Een bal kan wel zo hard worden getrapt dat die een snelheid heeft van meer dan 120 kilometer per uur.

Waarom heeft een voetbal eigenlijk vlakken?

De vlakken van een voetbal zorgen ervoor dat hij heel stevig is.

Dat moet ook wel, want er wordt soms heel hard tegen aan getrapt.

Ieder vlak op een voetbal heeft een aantal hoeken.

Bij een standaard voetbal heb je witte en zwarte vlakken.

De witte vlakken zijn zeshoeken, de zwarte vlakken zijn vijfhoeken.

In totaal heeft iedere voetbal 32 van die vlakken: 20 witte en 12 zwarte.

Natuurlijk heb je ook ballen met andere kleuren.
 
De vlakken zijn gemaakt van leer of kunstleer.

Ze zorgen er niet alleen voor dat de bal heel stevig wordt,

maar beschermen ook de binnenbal.

Dat is een rubberen bal, waar je de lucht inpompt.

Die binnenbal is niet zo heel stevig en kan gemakkelijk lek raken.

Maar de buitenbal zorgt er dus voor dat het niet snel gebeurt.
 
De bal zoals we hem kennen werd voor het eerst gebruikt in 1938 op het WK.

Daarvoor werd er wel gevoetbald, maar was de bal gemaakt van dikke stroken leer.

Hij zag er uit als een volleybal. Maar dan veel harder.
 
En wanneer het regende zoog de bal zich vol met water.

Daardoor werd de bal heel zwaar.

De oude bal werd dichtgeknoopt met een touwtje.

Daardoor was de bal nooit helemaal rond.

De ballen van nu zijn trouwens ook niet rond.

Zelfs niet als je hem heel hard oppompt.

De bal lijkt op het oog wel rond, maar dat is hij niet.